De begroting is opgesteld vanuit de kadernota 2025. Financieel ziet het er wat gunstiger uit dan in de kadernota is ingeschat. Dit wordt veroorzaakt door:
- lagere indexaties dan maximaal opgenomen bij de kadernota;
- meevallers inzake hogere uitkering vanuit het gemeentefonds (meicirculaire);
- hogere compensatie voor de participatiewet;
- lagere kapitaallasten doordat investeringen later gereed zijn dan verwacht in de tussenrapportage.
De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, het gemeentefonds, is opgenomen op basis van de meicirculaire. Hierbij is de nieuwe financieringssystematiek (koppeling van het accres aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (BBP)), welke vervroegd is naar 2024 verwerkt. De mogelijke impact van de beleidskeuzes van het nieuwe kabinet op het gemeentefonds, zijn op dit moment nog niet bekend.
Aan de andere kant is er in 2025 nog een positief saldo en hebben we bovendien nog een behoorlijke algemene reserve. Er is dus tijd en ruimte om bij te sturen als de toekomst tegenvallers laat zien.
Daardoor is het gelukt om een groot aantal prioriteiten op te nemen. Dat maakt dit een ambitieuze begroting. Financieel zijn behoorlijk wat ambities gedekt, maar de uitvoering zal een uitdaging worden. Als niet alle seinen op groen staan, zal het niet lukken om alles te doen zoals in deze begroting gepland. De huidige tijd kent risico's waar steeds meer op de gemeente afkomt en we te maken hebben met een tekort op de arbeidsmarkt. We zullen indien nodig ervoor kiezen om eerst in gang gezette plannen af te maken.
Dit alles heeft geleid tot een begroting 2025 die sluit met een positief saldo van € 685.000, waarbij de meerjarenbegroting in 2026 een negatief saldo laat zien maar licht positief is voor de jaren 2027 en 2028. Waarbij we de woonlasten voor inwoners zo laag mogelijk hebben gehouden en deze niet harder dan de prijsontwikkeling stijgen.